woensdag 13 oktober 2010

Inleiding


Spanje is een van de grotere landen van Europa, en heeft daarom veel deelname in de dingen die allemaal in en rond Europa gebeuren. De Canarische Eilanden, Mallorca, Menorca, Ibiza, en de Spaanse enclaves horen bij Spanje, maar Spanje had tot het einde van de 19e eeuw ook nog een aantal koloniën, namelijk Guam, Puerto Rico, Cuba en de Filipijnen. Aan het einde van de 19e eeuw verloor Spanje deze koloniën. Spanje heeft verschillende bevolkingsgroepen: Castilianen, Catalenen, Galiciers, Basken en Zigeuners. De groei van de bevolking in cijfers ziet er zo uit:


1860 - 15.645.000
1900 - 18.830.000
1950 - 28.172.000
1970 - 34.042.000
1995 - 39.600.000
2000 - 40.000.000


Vanaf de zestiende eeuw is Spanje een emigratieland; zo zijn miljoenen Spanjaarden in de loop van de eeuwen geëmigreerd naar Spaans-Amerika. Deze emigratiegolf duurde tot ongeveer 1930. Maar vanaf 1960 nam de emigratie weer toe. Nu waren het de gastarbeiders die in Europa gingen werken, onder andere in Nederland. In 2000 woonden er nog ongeveer 2,5 miljoen Spanjaarden in het buitenland.


Dit is een kleine algemene indruk van het land Spanje en haar inwoners.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten